Statuten

Statuten van de Brummense damvereniging

 

Artikel 1 – Naam en zetel

De vereniging draagt de naam “Brummense damvereniging” en heeft haar zetel te Brummen

 

Artikel 2 – Datum oprichting

De vereniging is opgericht d.d 11 november 1953 te Brummen en is voor onbepaalde tijd aan-gegaan.

 

Artikel 3 – Verenigingsjaar

Het verenigingsjaar loopt van 1 juli tot en met 30 juni.

 

Artikel 4 – Doel

De vereniging stelt zich ten doel de beoefening en verbreiding van de damsport.

Zij tracht dit doel te bereiken door:

a. Het geven van gelegenheid aan haar leden tot beoefening van het dammen.

b. Het propageren van het dammen, met name onder de jeugd.

c. Het streven naar spelpeilverbetering.

d. Het – voorzover mogelijk – deelnemen aan en organiseren van damwedstrijden.

e. Het aanwenden van alle wettig geoorloofde overige middelen die ten dienste staan.

 

Artikel 5 – Leden

Lid 1: De vereniging bestaat uit natuurlijke personen die bij huishoudelijk reglement te stellen regels in categorieën worden ingedeeld.

Lid 2: Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen en geboortedata van alle leden zijn opgenomen.

 

Artikel 6 – Toelating

Lid 1: Ieder, die zich met een daartoe strekkend verzoek richt tot het bestuur, kan, nadat het bestuur heeft vastgesteld dat er in meerderheid  geen overwegende bezwaren bestaan tegen toelating, als lid worden ingeschreven.

Lid 2: Bij niet – toelating tot lid kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.

 

Artikel 7 – Einde van het lidmaatschap

Lid 1: Het lidmaatschap eindigt door:

a. Overlijden van het lid;

b. Schriftelijke opzegging door of namens het lid;

c. Schriftelijke opzegging namens de vereniging;

d. Ontzetting, deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.

Lid 2: Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten of reglementen gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt of wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

Lid 3: Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingshalfjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van twee weken. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

Lid 4: Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit, waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.

Lid 5: Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.

Lid 6: Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap, staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering.

Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.

Lid 7: Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingshalfjaar eindigt, blijft – desalniettemin – de bijdrage voor het gehele verenigingshalfjaar verschuldigd.

 

Artikel 8 – Contributie

Lid 1: Leden zijn gehouden tot het betalen van een contributie die jaarlijks door de algemene vergadering wordt vastgesteld.

Zij worden daartoe bij huishoudelijk reglement in categorieën ingedeeld.

Lid 2: Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een contributie te verlenen.

 

Artikel 9 – Bestuur

Lid 1: Het bestuur bestaat uit tenminste vijf leden en in ieder geval uit een oneven aantal personen die in zin van de wet meerderjarig moeten zijn.

Lid 2: De benoeming geschiedt uit de leden.

Lid 3: De voorzitter wordt in functie gekozen door de algemene vergadering; de overige bestuursfuncties worden door de gekozenen in onderling overleg verdeeld.

Lid 4: Bij huishoudelijk reglement wordt de functie-aanduiding gegeven.

 

Artikel 10 – Einde bestuurslidmaatschap

Lid 1: Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst of ontslagen. Een schorsing, die niet binnen een maand gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.

Lid 2: Elk bestuurslid treedt drie jaar na benoeming af volgens een bij huishoudelijk reglement te stellen rooster van aftreding.

De aftredende kan zich herkiesbaar stellen.

Degene, die in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreding de plaats van zijn voorganger in.

Lid 3: Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts door:

a. Het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging.

b. Bedanken.

 

Artikel 11 – Bestuurstaak

Lid 1: Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.

Lid 2: Indien het aantal bestuursleden beneden vijf is gedaald blijft het bestuur bevoegd.

Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.

Lid 3: Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies, die door het bestuur worden ingesteld.

Lid 4: Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd tot:

a. Het aangaan van rechtshandelingen van verrichten van investeringen een waarde van 500 euro te boven gaande;

b. Het huren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen van onroerende goederen;

c. Het aangaan van dadingen.

Lid 5: De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door hetzij:

a. Het bestuur;

b. De voorzitter.

 

Artikel 12 – Jaarverslag, Rekening en Verantwoording

Lid 1: Het verenigingsjaar loopt van 1 juli tot en met 30 juni.

Lid 2: Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

Lid 3: Het bestuur brengt op de algemene vergadering binnen 6 maanden na afloop van het verenigingsjaar, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Na verloop van de termijn kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen.

Lid 4: De algemene vergadering benoemt  jaarlijks uit de leden een financiële controlecommissie van tenminste twee personen.

De leden van deze commissie mogen geen zitting hebben in het bestuur.

De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.

Lid 5: Het bestuur is verplicht bescheiden zoals bedoeld in de leden 2, 3 en 4 tenminste tien jaar lang te bewaren.

 

Artikel 13 – Algemene Vergadering

Lid 1: Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.

Lid 2: Jaarlijks, uiterlijk 6 maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, wordt een algemene vergadering – de jaarvergadering – gehouden.

In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:

a. Het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 12 met het verslag van de aldaar bedoelde financiële controlecommissie;

b. De instelling van permanente commissies;

c. De benoeming als lid van permanente commissies;

d. Voorziening in eventuele vacatures in het bestuur en/of in de commissies;

e. Voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de bijeenroeping van de vergadering.

Lid 3: Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk of nodig oordeelt.

Lid 4: Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden, als bevoegd is tot het uitbrengen van ééntiende gedeelte der stemmen, verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken.

Indien aan het verzoek binnen 14 dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan overeenkomstig artikel 14.

 

Artikel 14

Lid 1: Voorzover in deze statuten niet anders bepaald, wordt een algemene vergadering bijeengeroepen door het bestuur.

De bijeenroeping geschiedt per convocatie, tenminste 14 dagen voor de algemene vergadering te verzenden aan de adressen van de leden.

Lid 2: Bij de bijeenroeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 18 lid 2.

 

Artikel 15

Lid 1: Alle leden van de vereniging hebben toegang tot de algemene vergadering.

Geschorste leden en geschorste bestuursleden hebben alleen op uitnodiging van het bestuur toegang.

Lid 2: Over de toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen besluit de algemene vergadering.

Lid 3: Alle leden van de vereniging hebben stemrecht.

Lid 4: Elk lid van de vereniging, dat niet geschorst is, heeft één stem.

 

Artikel 16

Lid 1: Een algemene vergadering wordt geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn plaatsvervanger.

Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger dan treedt één der andere bestuursleden, door het bestuur aan te wijzen, als voorzitter op.

Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de algemene vergadering daarin zelve.

Lid 2: Van het behandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen opgemaakt, die ter goedkeuring aan de algemene vergadering worden voorgelegd en na verkregen goedkeuring door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend.

 

Artikel 17

Lid 1: Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door de algemene vergadering het door hem te noemen besluit is genomen, is beslissend.

Hetzelfde geldt voor de juiste inhoud van een genomen besluit voorzover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgesteld voorstel.

Lid 2: Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering, of indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt.

Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

Lid 3: Voorzover de statuten of de wet niet anders bepalen worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen

Lid 4: Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.

Lid 5: Indien bij een verkiezing niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, vindt een tweede stemming, of in geval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten plaats.

Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen dan vinden herstemmingen plaats totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken.

Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.

Lid 6: Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende de verkiezing van personen, dan is het verworpen.

Lid 7: Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks vóór de stemming verlangt. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een aanwezig stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.

Lid 8: Een éénstemmig besluit van alle stemgerechtigde leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.

 

Artikel 18 – Statutenwijziging

Lid 1: In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht anders dan door een besluit van de algemene vergadering.

Deze vergadering dient bijeengeroepen te zijn met de mededeling dat wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.

Lid 2: Zij, die de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben bijeengeroepen, moeten tenminste vier weken vóór de vergadering een afschrift van het voorstel, waarin de voorgestelde wijziging(en) woordelijk is (zijn) opgenomen op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.

Bovendien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld aan alle leden voorgelegd op de wijze als omschreven in lid 1 van artikel 14.

Lid 3: Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de stemgerechtigde leden vertegenwoordigd is.

Is niet twee/derde van de stemgerechtigde leden vertegenwoordigd, dan wordt binnen 4 weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel, zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal

vertegenwoordigde stemgerechtigde leden kan worden besloten, mits met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen.

Lid 4: Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt.

Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.

 

Artikel 19 – Ontbinding

Lid 1: De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering.

Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing.

Lid 2: Het batig saldo na vereffening vervalt aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren.

Ieder hunner ontvangt een gelijk deel.

Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven.

 

Artikel 20 – Huishoudelijk Reglement

Lid 1: De algemene vergadering stelt een huishoudelijk reglement vast.

Lid 2: Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwin-gend recht bevat, of met deze statuten.

 

Artikel 21 – Slotbepaling

Bij aanneming door de algemene vergadering van de statuten fungeerden de volgende bestuursleden:

1. M.W. Bruinsma

2. J.H.J. Cijnssen

3. H. Mening

4. D. Dix

 

5. J. Haijtink